Er valt wat te kiezen in het Verenigd Koninkrijk, waar op 7 mei parlementsverkiezingen worden gehouden. Als de conservatieven winnen, komt er waarschijnlijk een referendum over uittreding uit de Europese Unie. Als Labour een meerderheid haalt, wil de partij bonussen in de City aanpakken. Drie grafieken maken duidelijk wat er op het spel staat.
Mag de conservatieve premier David Cameron door als premier, of wordt het toch Labour-kandidaat Ed Miliband, eventueel met steun van de Schotse nationalisten? De uitkomst van de Britse verkiezingen van donderdag is onzekerder dan ooit. En dat geldt ook voor de economische vooruitzichten.
1)Britse groei vertraagt
De Britse economie groeit nu negen kwartalen op rij (zie grafiek), maar erg robuust lijkt de groei niet. De groei komt niet boven de 0,9 procent uit en neemt sinds het eerste kwartaal van 2014 af.
De vooruitzichten voor de Britse economie zijn niet echt positief: lange tijd was de huizenmarkt de motor van de economie, maar die zwakt af, nu banken lenen moeilijker hebben gemaakt. Daarnaast is het Britse handelstekort torenhoog en groeit de industrie nauwelijks.
2)Brexit kost miljarden
De economie speelt vanzelfsprekend een grote rol in de verkiezingscampagne. De conservatieve Tories willen een referendum over uittreding uit de Europese Unie. Mocht het zo ver komen, heeft dat grote gevolgen. Voor het Verenigd Koninkrijk, maar ook voor de EU-lidstaten - niet in de laatste plaats Nederland.
Laten we eerst naar de Britten zelf kijken. Een Duitse denktank berekende dat een 'Brexit' het Verenigd Koninkrijk miljarden kan kosten: in het minst rampzalige scenario, waarbij een vrijhandelsverdrag met de EU blijft bestaan, krimpt het nationaal inkomen met 14 miljard euro, zo'n 0,6 procent van het huidige Britse nationale inkomen. Dat komt omdat het Verenigd Koninkrijk minder aantrekkelijk wordt voor buitenlandse bedrijven om zich te vestigen en omdat het niet kan profiteren van nieuwe vrijhandelsverdragen die via de Europese Unie worden afgesloten.
Voor Duitsland zou een Brexit minder gevolgen hebben, aldus de Bertelsmann Stiftung; in hetzelfde scenario gaat het om 2,3 miljard euro aan schade, nog geen 0,1 procent van het Duitse nationaal inkomen.
Voor Nederland staat er wel een hoop op het spel: Groot-Brittannië is de derde handelspartner van Nederland.
3)Belang City groot, maar geen groeimotor meer
Labour wil niets weten van een referendum over de Europese Unie. Maar de socialisten willen wel de bonussen in het financiële hart van Engeland aanpakken, de Londense City. De bankiers in de City zijn daar natuurlijk fel op tegen, en waarschuwen dat een dergelijke maatregel buitenlandse bedrijven kan afschrikken om zich in het Verenigd Koninkrijk te vestigen.
The City levert een grote bijdrage aan de economie van het Verenigd Koninkrijk. Maar die bijdrage hangt nauw samen met het feit dat de Londense City een springplank is naar Europa voor niet-Europese bedrijven. De Britten hebben dan wel niet de euro, maar opereren wel binnen de regels van de EU. De animo voor een Brexit is in kringen van de Britse 'high finance' dan ook niet groot.
De afgelopen jaren daalde het aandeel van de financiële en verzekeringssector in de Britse economie, mede door de financiële crisis. Maar het gaat nog altijd om ruim 8 procent van het nationaal inkomen van het Verenigd Koninkrijk.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl